Guru Purnima [Guru Pūrṇimā] is de dag waarop we onze guru(‘s) eren. Het is oorspronkelijk de geboortedag van Vyaasa Maharaaja [Vyāsa mahārāja], een groot wijze en de verteller van de Mahabharata [Mahābhārata]. Op deze dag gedenken we deze groot geleerde guru.

Tithi

aashaadha shukla purnima [āṣāḍha śukla pūrṇimā]

Achtergrond

Onze guru’s leiden ons tot wijsheid en daarmee verlichting, en zijn dus zeer belangrijk voor onze spirituele ontwikkeling. Vyaasa is één van onze meest bekende guru’s. Middels de geschriften heeft hij ons grote kennis meegegeven. Hij is degene die op de dag van Guru Purnima de Veda in vier delen heeft verdeeld en wordt ook gezien als de schriftgeleerde van de Veda’s en Puraana’s [Purāṇa]. Hij onderwees zelfs Dattatreya [Dattātreya], die de guru des guru’s was.

Vyaasa is de zoon van de wijze Paraashara [Parāśara] en de vissersvrouw Satyavati [Satyavatī]. Satyavati staat bekend als de tweede vrouw van Shantanu [Śantanu] en daarmee de overgrootmoeder van de Paandava’s [Pāṇḍava] en Kaurava’s. Vyaasa is niet alleen op deze manier gerelateerd aan de Kuru-clan, maar ook doordat Paandu [Pāṇḍu], Dhritaraashtra [Dhṛtarāṣṭra] en Vidura (de drie zoons van Shantanu en Satyavati) uit zijn geestelijke energie zijn geboren. Ook is hij degene die de 100 Kaurava’s heeft geschapen uit het stuk vlees dat Gandhaari [Gāndhārī] (de vrouw van Dhritaraashtra) ter wereld had gebracht.

Guru

Een guru is als het ware een gids. Zelf is hij verlicht en hij laat ons het pad der verlichting zien. Hij haalt onze “gu” (bedekking, duisternis) weg door ons kennis en vaardigheden mee te geven waarmee we spiritueel kunnen groeien en uiteindelijk tot moksha [mokṣa] (verlossing) kunnen komen. Guru’s dragen meestal saffraankleurige kleding. Saffraan heeft de kleur van vuur en vuur kan alle materiële verlangens verbranden. Daarom symboliseert het voor saadhu’s [sādhu] dat ze afstand hebben gedaan van alle wereldlijke gehechtheid. Maar guru’s hoeven niet per se een swami [svāmī], pandit [paṇḍita] o.i.d. te zijn, maar kan ook simpelweg onze medemens zijn of een hulpverlener die ons van het donker naar licht gidst. Dattatreya Bhagavaan [Dattātreya Bhagavān] had zelfs dieren als guru. Zo zie je maar dat je van alles en iedereen wat kunt leren. In alles en iedereen zit immers het Goddelijke. Sommigen stralen het uit, bij sommigen zit het wat dieper verstopt, maar we kunnen niet om dit feit heen. Waar het Goddelijke is, is ongetwijfeld ook een guru. Zo leren we van een ieder. Dier, plant, boom, bloem, ouders, oudere, jongere, vriend, vijand, leraar, leerling… Allemaal zijn ze ergens onze guru. Let wel, hier gaat het niet om statische kennis, maar om tattva gyaana [tattva jñāna]: kennis die we toepassen, ervaren en ons leven laten doordingen.

Rituelen

Vaak worden op deze dag lezingen gehouden over de leringen van verschillende grote leermeesters. Ook vereren mensen hun eigen guru en ontvangen zij vaak diksha [dikṣā], een soort initiatie.